Afkortingen en begrippen over de Wtza
Hier vindt u afkortingen uit de wet- en regelgeving voor zorg- en jeugdhulpaanbieders. Daarnaast geven we een toelichting op diverse begrippen en de terminologie die u tegen kunt komen bij het melden en/of het aanvragen van een vergunning.
Afkortingen
- AMvB: algemene maatregel van bestuur
- AWtza: Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders
- IGJ: Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
- LRZa: Landelijk Register Zorgaanbieders (als bedoeld in artikel 12 van de Wkkgz)
- NZa: Nederlandse Zorgautoriteit
- Pgb: persoonsgebonden budget
- VOG: Verklaring Omtrent het Gedrag
- Wibz: het wetsontwerp voor een Integere bedrijfsvoering zorgaanbieders
- Wlz: Wet langdurige zorg
- Wkkgz: Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg
- Wmcz 2018: Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018
- Wmg: Wet marktordening gezondheidszorg
- Wmo 2015: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
- Wtza: Wet toetreding zorgaanbieders
- WTZi: Wet toelating zorginstellingen
- Zvw: Zorgverzekeringswet
Begrippen
- CIBG: uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) waar zorginstellingen zich kunnen melden, vergunning kunnen aanvragen en de jaarverantwoording aanleveren.
- Hoofdaannemer: een instelling of een solistisch werkende zorgverlener die (een deel van) de zorg uitbesteed aan andere zorgaanbieders.
- Instelling: rechtspersoon die bedrijfsmatig zorg verleent of laat verlenen, organisatorisch verband van natuurlijke personen die bedrijfsmatig zorg verlenen of laat verlenen of natuurlijk persoon die bedrijfsmatig zorg laat verlenen, met uitzondering van een instelling die binnen het kader van de binnen een andere instelling verleende zorg een deel van die zorg verleent.
Let op! Een bv is altijd een instelling, ook als het werk door één zorgverlener wordt uitgevoerd.Binnen de ggz bestaat ook een andere definitie van instelling. Daar wordt onderscheid gemaakt tussen een instelling en een vrijgevestigde praktijk. De vrijgevestigde praktijk bestaat niet in de Wtza. Zodra een organisatie met tenminste twee zorgverleners zorg (laat) verlenen, dan zijn ze een instelling. - Zorgaanbieder (in de wetteksten vaak ‘instelling’ genoemd): in de Wkkgz wordt onderscheid gemaakt tussen een zorgaanbieder en een solistisch werkende zorgverlener. Een zorgaanbieder is een rechtspersoon die bedrijfsmatig zorg (laat) verlenen, een organisatorisch verband van natuurlijke personen die bedrijfsmatig zorg (laat) verlenen of een natuurlijk persoon die bedrijfsmatig zorg laat verlenen. In artikel 1, zesde lid, Wkkgz is een uitzondering gemaakt voor een zorgaanbieder die binnen het kader van de binnen een andere zorgaanbieder verleende zorg een deel van die zorg verleent. De Wtza sluit aan op het begrip instelling in de Wkkgz. Let op! Voor de meldplicht geldt de hiervoor omschreven uitzondering niet.
- Jeugdhulp-pgb: persoonsgebonden budget (zoals beschreven in artikel 8.1.1 van de Jeugdwet)
- Lege huls: een ‘lege huls’ is een zorgaanbieder die zelf geen zorg verleent en uitsluitend zorg laat verlenen door een onderaannemer.
- Medisch specialistische zorg: het gaat om de volgende vormen van zorg die een arts (als beschreven in artikel 14 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg), verleent:
- anesthesiologie
- cardiologie
- cardio-thoracale chirurgie
- dermatologie en venerologie
- heelkunde
- interne geneeskunde
- kaakchirurgie
- keel-neus-oorheelkunde
- kindergeneeskunde
- klinische genetica
- klinisch geriatrie
- longziekten en tuberculose
- maag-darm-leverziekten
- medische microbiologie
- neurochirurgie
- neurologie
- nucleaire geneeskunde
- obstetrie en gynaecologie
- oogheelkunde
- orthopedie
- pathologie
- plastische chirurgie
- psychiatrie
- radiologie
- radiotherapie
- reumatologie
- revalidatiegeneeskunde
- sportgeneeskunde
- urologie
Let op! Ook indien de hiervoor genoemde vormen van zorg worden verleend door een medisch specialist in het kader van de huisartsenzorg en zonder dat de huisarts hierbij tot verwijzing over gaat, is er geen sprake van medisch specialistische zorg. Hierbij kan worden gedacht aan medisch specialisten die direct digitaal meekijken met de huisarts of medisch specialisten die fysiek ‘spreekuur’ voeren in de huisartsenpraktijk zelf.Let op! Zorg die wordt verleend door een huisarts (bijvoorbeeld door het doen van een kleine chirurgische ingreep), een specialist ouderengeneeskunde, arts verstandelijk gehandicapten of verpleegkundig specialist, valt niet onder de definitie van medisch specialistische zorg.
- Onderaannemer:
- Een zorgaanbieder die in opdracht van een andere zorgaanbieder (een deel van) de zorg verleent waar zij verantwoordelijk voor zijn.
- Soms besteed een zorgaanbieder (een deel van) de te leveren zorg uit aan een andere partij. Die andere partij is dan de onderaannemer.
- Solistisch werkende zorgverlener: met deze definitie (ook wel bekend als solist of zzp’er) bedoelen we iemand die zelfstandig of in opdracht van een cliënt zorg verleent, de zorgverlening niet uitbesteedt en geen personeel in dienst heeft.
Let op: Een bv wordt voor de Wtza nooit gezien als solistisch werkende zorgverlener, maar altijd als instelling. - Wlz-pgb: persoonsgebonden budget (als beschreven in artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg)
- Wlz-zorg: zorg of een andere dienst zoals beschreven in de Wet langdurige zorg (hierbij is het niet van belang of die zorg wordt bekostigd uit de Wlz).
- Zorgverlener: in de Wkkgz is de zorgverlener een natuurlijke persoon die beroepsmatig zorg verleent. Daaronder valt dus niet een persoon die uitsluitend administratief werk verricht. Ook stagiaires en vrijwilligers zijn geen zorgverlener, omdat zij geen beroepsmatige zorg verlenen. De Wtza sluit aan op het begrip zorgverlener in de Wkkgz.
- Zzp’er: zelfstandige zonder personeel, zie ook ‘solistisch werkende zorgverlener’.
- Zvw-pgb: persoonsgebonden budget (als beschreven in artikel 1, onderdeel k, van de Zorgverzekeringswet)
- Zvw-zorg: zorg of een andere dienst zoals beschreven in de Zorgverzekeringswet (hierbij is het niet van belang of die zorg wordt bekostigd uit de Zvw).