Overgangsrecht

Rondom de vergunningplicht gold tot 1 januari 2024 overgangsrecht. Zorgaanbieders die voor de inwerkingtreding van de Wtza, dus voor 1 januari 2022 al bestonden en nu vergunningplichtig zijn, kregen extra tijd om hieraan te voldoen. Hoewel het overgangsrecht inmiddels is vervallen, leest u op deze pagina nog terug wat de uitgangspunten waren.

U had op 1 januari 2022 een WTZi-toelating

Alle zorgaanbieders die op 1 januari 2022 in het bezit waren van een WTZi-toelating hoeven geen Wtza-vergunning aan te vragen. De WTZi-toelating geldt als een Wtza-vergunning. Deze zorgaanbieders ontvingen hierover in september 2021 een brief van het CIBG.

U was van rechtswege toegelaten of hoefde niet te beschikken over een WTZi-toelating

Zorgaanbieders die op 1 januari 2022 al eerder van rechtswege waren toegelaten of niet hoefden te beschikken over een WTZi-toelating, konden tot 1 januari 2024 gratis een vergunning aanvragen.

Beslistermijn vergunningen duurt mogelijk langer

Aanvragers die onder het overgangsrecht vallen hadden tot uiterlijk 31 december 2023 de tijd om een vergunning aan te vragen. Voor deze aanvragen geldt door drukte momenteel een langere beslistermijn. Aan deze aanvragers zal in de loop van 2024 een vergunning worden verleend, mits zij voldoen aan de criteria voor vergunningverlening. De zorgverlening mag uiteraard gewoon doorlopen.